Artistiek leider

“Met zijn eigen groep Al Dente bereikt hij resultaten die je sommig professioneel toneel ook toewenst.”

Artistiek leider van Al Dente is sinds de oprichting Jos Nijhof. Geboren in het Twentse Borne en afkomstig uit een groot katholiek gezin: een ideale kiemplaats voor een eeuwige theaterliefde. Studeerde in Leiden Nederlands en theaterwetenschappen en werkte als leraar Nederlands en klassieke talen in het voortgezet onderwijs. Volgt het theater in Nederland op de voet, onder meer voor zijn werk als vaste medewerker bij de Vlaams-Nederlandse culturele instelling Ons Erfdeel. In de beginjaren van zijn loopbaan in het onderwijs regisseerde Nijhof vijftien jaar lang het leerlingentoneel aan het Visser ’t Hooft Lyceum in Leiden. Ook maakte hij voorstellingen met docenten en was hij als schrijver, regisseur en speler actief betrokken bij lerarencabarets. Na een periode waarin hij zich onder meer bekwaamde in de theatersport richtte hij eind 1993 met oud-leerlingen Al Dente op.

Regie leerlingentoneel

In de beginjaren van zijn loopbaan in het onderwijs regisseerde Jos Nijhof vijftien jaar lang het leerlingentoneel aan het Visser ’t Hooft Lyceum. Van 1977 tot 1991 maakt hij met leerlingen ieder jaar, in februari of maart, een productie van en voor leerlingen. Gaandeweg trokken de voorstellingen ook steeds meer bezoekers van buitenaf. De twee dagbladen die Leiden toen nog kende, het Leidsch Dagblad en de Leidse Courant, lieten zich steevast vertegenwoordigen door een recensent. En vrijwel altijd waren de reacties van zowel pers als publiek enthousiast.

1977 De Wiskunstenaars of ’t Gevluchte Juffertje

Tekst: Pieter Langendijk (1715). Spel: Huug van Duijn, Margriet van Egmond, Jan van Herwaarden, Pieter van Herwaarden, Maurits Huigsloot, Jan Mokkenstorm, Yvonne Nasveld, Corinne Scheltens, Jan Schutte, Erik Sprong, Eduard Verhagen. Speeldata: woensdag 23 en donderdag 24 februari 1977. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden.

lltoneel77.jpg

Het begin van een traditie van een jaarlijkse voorstelling op het Visser ’t Hooft Lyceum in Leiden die tot op de dag van vandaag voortduurt. Een klucht in Frans-klassicistische stijl, gespeeld in de oorspronkelijke achttiende-eeuwse taal en met een uitbundige kostumering van atelier Hoppezak uit Leiden. Tafels, stoelen en schilderijen werden weggesleept uit de huiskamers van opa’s, oma’s, ooms en tantes, maar vooral uit het souterrain van de hospita van de regisseur. Leidsch Dagblad: ‘…een niet onverdienstelijke interpretatie…’. Leidse Courant: ‘Deze eerste productie op het Visser ’t Hooft sinds enige jaren bleef nog op veilige, traditionele grond.’


1978 Reinaert de Vos

Tekst: Paul de Mont (1925), op basis van het middeleeuwse dierenepos. Spel: Guda Achterberg, Ray Akerboom, Margriet van Egmond, Pieter van Herwaarden, Karel van Herwaarden, Ariëtte van Hespen, Camiel Jonk, Henk Kern, Thea de Kluyver, Peter van der Mey, Anneke Mioulet, Jan Mokkenstorm, Jos Nijhof, Otto Pool, Jan Sierat, Ineke Stolk, Eduard Verhagen.Speeldata: woensdag 15, donderdag 16 en vrijdag 17 maart 1978. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden.

lltoneel78.jpg

Een behoorlijke vooruitgang ten opzichte van het eerste jaar, een abstracte vormgeving, een beter gestroomlijnde mise-en-scène en spelers die qua beweging en tekstbehandeling behoorlijk uit de voeten konden. Geen spel met maskers en vierpotige kostuums; de personages kregen door subtiele accenten in kleding en grime dierlijke trekken. De regisseur speelde zelf mee in een klein rolletje als koster. Ook in latere producties nam hij vaak de kleinste rol voor zijn rekening, reden waarom sommigen hem ‘de kleine Hitchcock’ gingen noemen. Leidsch Dagblad: ‘…rolvast gespeeld…’. Leidse Courant: ‘Fraaie passages, overdrijvingen, uitwijdingen boden vaak gelegenheid tot flink uithalen.’


1979 De spooktrein / The ghost train

Tekst: Arnold Ridley (1923). vertaling: J.C. van der Horst. Spel: Guda Achterberg, Ray Akerboom, Margriet van Egmond, Karel van Herwaarden, Ariëtte van Hespen, Peter van der Mey, Jan Mokkenstorm, Jos Nijhof, Lidy-Marie Ouwehand, Jan Sierat, Eduard Verhagen. Speeldata: woensdag 28 februari, donderdag 1 en vrijdag 2 maart 1979. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden.

lltoneel79.jpg

In die jaren was The ghost train een geliefde thriller op het repertoire van menig amateurgezelschap. Plaats: een wachtkamer van een klein station aan de South Cornwall Joint Railway. Tijd: laat in de avond. Personages: helden en boeven met namen als Richard Winthrop en Julia Price. Regisseur en spelers haalden alles uit de kast om het zo spannend mogelijk te maken. De technische middelen waren beperkt, maar rookbommetjes, zaklantaarns en cameraflitsers misten hun uitwerking niet. De acteurs die al een paar jaar meedraaiden, waren duidelijk gegroeid in het uitbuiten van hun persoonlijke spelkwaliteiten. Leidsch Dagblad: ‘Resumerend: een verdienstelijke voorstelling op aanvaardbaar amateurniveau.’ Leidse Courant: ‘Men kent zijn plaats, zijn rol en zijn functie. Men houdt zich aan de regie zonder dat deze een voor de toeschouwer al te zichtbaar harnas wordt.’

1980 De herbergierster / La locandiera

Tekst: Carlo Goldoni (1751). Vertaling: Louis Povel. Spel: Ray Akerboom, Karel van Herwaarden, Anneke Mioulet, Jan Mokkenstorm, Jan Sierat, Janny Slagman, Eduard Verhagen, Asja de Wit. Speeldata: 20, 21 en 22 februari 1980. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden.

lltoneel80.jpg

Een komedie in de uitbundige stijl van de commedia dell’arte, ook wel bekend onder de naam van de hoofdpersoon, Mirandolina. Het was het debuut van Asja de Wit, die later, na haar opleiding aan de toneelschool, enkele jaren in het professionele theatercircuit actief zou zijn. Tekenleraar Albert labordus kwam zich met het decor bemoeien en creëerde een intieme Italiaanse taveerne. Opvallend waren de werkelijk schitterende kostuums, uitgeleend en aan de jeugdige maten aangepast door Tjeerd Ytsma van de Nederlandse Opera Stichting. Leidsch Dagblad: ‘… moet regisseur Jos Nijhof nagegeven worden, dat hij het geesteskind van Carlo Goldoni sterk herkenbaar geprofileerd heeft neergezet.’ Leidse Courant: ‘ … vergrote, welhaast overdreven gebaren en mimiek.’


1981 Ezelsvel / Peau d’âne

Tekst: Henri Ghéon (1938). Vertaling: Ad Sassen. Spel: Ray Akerboom, Kirstin den Heeten, Karel van Herwaarden, Auke Jongbloed, Pieter van der Kwaak, Frank den Os, Jos Nijhof, Jan Schutte, Jaap Slagman, Denise Smits, Johan van der Ven, Hence Verhagen, Marion Visser, Asja de Wit. Speeldata; 25, 26 en 27 februari 1981. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden.

lltoneel81.jpg

Met een komische bewerking van een sprookje van Charles Perrault werd het eerste lustrum gevierd. In het verhaal draait alles om de gedachte dat de liefde ‘een fijngeweven raadsel’ is, met een koning die onbedoeld verliefd wordt op zijn dochter en een verwende prins die ziek wordt van verliefdheid op diezelfde dochter. Natuurlijk keert alles zich ten goede en wacht uiteindelijk allen een lang en gelukkig leven. Vanaf Ezelsvel nam Margreet Roorda, levenspartner van de regisseur, voorgoed de afdeling kleding en grime voor haar rekening. Dit overigens in samenwerking met vele andere helden en heldinnen achter de schermen. Leidsch Dagblad: ‘… spontaan spel…’ Leidse Courant: ‘”Ezelsvel” laat zien dat Nijhof een goede werkwijze heeft, die de spelers ertoe aanzet zich van hun beste kant te laten zien.’


1982 De ingebeelde zieke / Le malade imaginaire

Tekst: Molière (1673). Bewerking: Jos Nijhof. Spel: Ernst Diek, Kirstin den Heeten, Melissa den Heeten, Karel van Herwaarden, Auke Jongbloed, Jos Nijhof / Pieter van der Kwaak, Frank den Os, Johan van der Ven, Hence Verhagen, Marion Visser, Asja de Wit. Speeldata: woensdag 3, donderdag 4 en vrijdag 5 maart 1982. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden. Extra voorstelling op uitnodiging van sg De Populier in Den Haag: woensdag 31 maart 1982. Locatie: Congresgebouw Den Haag.

lltoneel82.jpg

Voor het eerst nam de regisseur de bewerking van de tekst geheel in eigen hand. Met het Franse origineel en een paar overjarige vertalingen binnen handbereik ging hij aan de slag. Het reultaat was een bewerking die in het amateurcircuit nog steeds met enige regelmaat gespeeld wordt. Karel van Herwaarden eigende zich de titelrol met verve toe, alle andere spelers boden krachtig tegenspel. Het werd een ‘volwassen’ voorstelling, op een hoog niveau. Het thema: de meeste mensen gaan dood aan hun pillen en niet aan hun ziekten. Leidsch Dagblad: ‘… een voor amateurtoneelspelers opmerkelijke prestatie.’ Leidse Courant: ‘Het gaat bij dit schooltoneel (…) niet om de boodschap, maar vooral om het plezier in toneelspelen. Dat straalt van de spelers af, en mist zijn uitwerking niet.’

1983 Helden / Arms and the man

Tekst: Bernard Shaw (1894). Bewerking: Hilda van den Helm. Spel: Ernst Diek, Jerusha Geelhoed, Auke Jongbloed, Frank den Os, Joke van der Ven, Johan van der Ven, Hence Verhagen, Asja de Wit. Speeldata: woensdag 23, donderdag 24 en vrijdag 25 februari 1983. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden.

lltoneel83.jpg

Lerares Nederlands Hilda van den Helm maakte een goed bekkende bewerking van deze ‘anti-romantische komedie’. Arms and the man gaat over een parvenu-achtige familie die opgeschrikt wordt uit de schone schijn door de komst van één man met een heldere geest, de ‘chocoladesoldaat’ Bluntschli, voortreffelijk neergezet door Ernst Diek. Het stuk betekende het afscheid van Asja de Wit, die als de grillige Raina Petkoff nog één keer de sterren van de hemel speelde. Leidsch Dagblad: ‘… vlot, tekstvast en goed verstaanbaar geacteerd…’ Leidse Courant: ‘De humoristische kant wordt door Nijhof, de regisseur, die alweer zijn zevende voorstelling op het Visser ’t Hooft begeleidt, vrijwel altijd benadrukt. (…) Misschien zou hij wel eens kunnen overwegen om veranderingen aan te brengen in de flink aangezette, drukke speelstijl die de Visser ’t Hooft-stukken kenmerkt.’


1984 De gekroonde laars / De verheerlijckte schoenlappers of De gecroonde leersse

Tekst: Michiel de Swaen (1688). Bewerking: Jos Nijhof. Spel: Ernst Diek, Jasper Groos, Auke Jongbloed, Hans Nagtegaal, Frank den Os, Maria Tichelman, Joke van der Ven, Johan van der Ven. Met live-muziek van Hein Krantz. Speeldata: donderdag 23, vrijdag 24 en zaterdag 25 februari 1984. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden.

lltoneel84.jpg

Alweer een eigen (proza-)bewerking door de regisseur, dit keer van van een zeventiende-eeuwse klucht waarin Karel V op vastenavond incognito een bezoek brengt aan een eenvoudige schoenlappersfamilie. Om een direct contact met het publiek te bewerkstelligen, werd voor het eerst een soort vlakkevloer-opstelling gemaakt midden in de schoolaula. Tijdens de maaltijdscène volgen de kippenbotjes en de stukken brood het publiek letterlijk om de oren. Leidsch Dagblad: ‘… zodat – samenvattend – deze produktie zonder meer tot het betere schooltoneel gerekend mag worden.’ Leidse Courant: ‘Het stuk is weer gespeeld in de Nijhof-speelstijl: zwaar aangezette effecten, weidse gebaren en een dermate dynamisch gedrag tijdens monologen dat ik af en toe het gevoel had naar een tafeltenniswedstrijd te kijken.’


1985 Turandot

Tekst: Carlo Gozzi (1762). Bewerking: Hilda van den Helm en Jos Nijhof. Spel: Joris Aperghis, Daan Binnendijk, Julia Buijze, Jasper Groos, Frits Huffnagel, Martijn van der Linde, Tilleke Marck, Hans Nagtegaal, Gera Sneller, Maria Tichelman. Speeldata: donderdag 28 februari, vrijdag 1 en zaterdag 2 maart 1985. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden.

lltoneel85.jpg

Turandot is een luchtige versie van het verhaal over een onbarmhartige Chinese prinses, met overtuiging gespeeld door Maria Tichelman, die met haar verblindende schoonheid menige aanbidder het hoofd op hol brengt. Om vervolgens dat hoofd door haar beul vakkundig te laten afhakken. Natuurlijk is er één man die haar wrede hart weet te vermurwen. Zijn naam is prins Kalaf (Martijn van der Linde) die een lange weg moet gaan voordat hij krijgt wat hij wil. Leidsch Dagblad: ‘Door deze Turandot nu te veranderen in een moderne, westers denkende feministe, wordt (…) een van de fundamenten onder de plot vandaan gehaald.’ Leidse Courant: ‘Een mooi en harmonieus samenspel van decor (Rob Linstra), kostumering (Margreet Roorda), grime en belichting leverde veel sfeervolle tableaux op.’

1986 Harten vijf, schoppen vijf

Tekst: Miguel de Cervantes e.a. (Middeleeuwen / 16de eeuw). Spel: Joris Aperghis, Julia Buijze, Esther Calsijn, Jasper Groos, Frits Huffnagel, Martijn van der Linde, Tilleke Marck, Herman Peerdeman, Onno de Rooy, Mike van der Steenhoven, Maria Tichelman. Speeldata: donderdag 20, vrijdag 21 en zaterdag 22 februari 1986. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden.

lltoneel86.jpg

Het tweede lustrum werd gevierd met maar liefst vijf korte kluchten: twee van Miguel de Cervantes (bekend van Don Quichot) en drie uit onze eigen Middeleeuwse literatuur. Opnieuw werd in het hart van de aula gespeeld, met een op de grote ‘inpakker’ Christo geïnspireerd decor van Rob Linstra, waarin tientallen meters IJmuidens poetskatoen waren verwerkt. Hoogtepunt was ongetwijfeld de bewerking van de klucht Nu noch (Nog meer) met een heerlijk kijvende Julia Buijze die ter plekke het begrip ‘kenau’ leek uit te vinden. Leidsch Dagblad: ‘De leerlingen bewegen zich vrij en gemakkelijk over het toneel en durven hun rol ook met de door de regisseur bedoelde spot en ironie dik aan te zetten.’ Leidse Courant: ‘Het wordt tijd, dat schoolleidng en leerlingen acties gaan ondernemen tegen Nijhofs voornemen om na dit jubileumjaar te stoppen met regisseren. Hij kan nog beter.’


1987 De wijze kater

Tekst: Herman Heijermans (1917). Bewerking: Hilda van den Helm en Jos Nijhof. Spel: Kees Beekhuis, Sacha Berghuis, Julia Buijze, Esther Calsijn, Jasper Groos, Robbert Hilgeman, Gerben van den Hoven, Frits Huffnagel, Martijn van der Linde, Tilleke Marck, Herman Peerdeman, Stephan Smink, Mike van der Steenhoven. Speeldata: donderdag 26, vrijdag 27 en zaterdag 28 februari 1987. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden.

lltoneel87.jpg

Veertien leerlingen en een echte hond, de cast van een topproductie die drie keer gespeeld werd voor een bomvolle aula. Misschien wel het hoogtepunt uit die vijftien prachtige toneeljaren. Julia Buijze creërde met haar blonde haren, schichtige motoriek en kattige mimiek een onvergetelijke, verleidelijke kater. Frits Huffnagel als de door ratten en muizen geplaagde koning, en Jasper Groos, als de berooide Jonathan, boden krachtig tegenspel. Maar ook de andere spelers glorieerden volop in dit ‘boosaardige sprookje’. De VARA-radio kwam langs voor een reportage: zoveel belangstelling en zoveel kwaliteit was niet eerder vertoond. Leidsch Dagblad: ‘… een kostelijke voorstelling…’ Leidse Courant: ‘Nijhofs ervaring straalt doorgaans al van zijn produkties af, maar ditmaal tilde hij de groep naar een nog hoger niveau, vooral wat acteren betreft.’


1988 Niet doen, Sneeuwwitje

Tekst: Anton Koolhaas (1966). Bewerking: Jos Nijhof. Spel: Erik Basselier, Liesbeth Berkouwer, Harm-Jan Bogaard, Iris Hilgeman, Robbert Hilgeman, Gerben van den Hoven, Anne Marie van der Kwaak, Mireille van Leenen, Michel van Leenen, Herman Peerdeman, Sabrina Pit, Maartje Schoorl, Mike van der Steenhoven, Bianca Stokman. Speeldata: woensdag 2, donderdag 3, vrijdag 4 en zaterdag 5 maart 1988. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden.

lltoneel88.jpg

Voor het eerst van drie naar vier voorstelllingen: de mooie herinneringen aan De wijze kater brachten heel wat fans in beweging. Niet doen, Sneeuwwitje is geen dramatisering van het bekende sprookje, maar een complexe verkenning op het terrein van de liefde en de jaloezie. Gekozen werd andermaal voor een opstelling in het midden van de aula, met het publiek rondom. Op de laatste avond kwam de 75-jarige auteur Koolhaas met eigen ogen bekijken wat er van zijn tekst gemaakt was. Naderhand, in een complimenteuze brief, schreef hij: ‘Het geheel was een ervaring waar ik bepaald gelukkig mee was. Mijn oprechte hulde!’ De schrijvende pers dacht er ook ongeveer zo over. Leidsch Dagblad: ‘… mooie voorstelling (…), vooral door de uitstekende regie en het acteertalent van de leerlingen.’ Leidse Courant: ‘Het pleit voor Nijhof dat hij meer de diepte heeft durven ingaan en maakt me nieuwsgierig naar zijn volgende regie.’

1989 Antigone

Tekst: Sophokles (400 v.Chr.) / Jean Anouilh (1944). Bewerking: Jos Nijhof. Spel: Liesbeth Berkouwer, Harm-Jan Bogaard, Brian Fernandes, Robbert Hilgeman, Gerben van den Hoven, Michel van Leenen, Maartje Schoorl, Bianca Stokman. Speeldata: woensdag 1, donderdag 2, vrijdag 3 en zaterdag 4 maart 1989. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden.

lltoneel89.jpg

Voor het eerst ècht de diepte in met een tragedie van Sophocles, mede gebaseerd op een bewerking daarvan door Jean Anouilh. Bianca Stokman speelde Antigone, Robbert Hilgeman koning Creon. Samen vochten ze zich door de lange centrale dialoog. Het toneelbeeld was groots, de techniek – inmiddels geheel onder supervisie van leraar Engels Ben Albers – idem dito. Daarbij onderstreepte de jonge leerling Rob Hagen met pauken en drums de dramatische momenten en de ritmische koorteksten. Een gedenkwaardige productie. Leidsch Dagblad: ‘… een voor schooltoneel opmerkelijk niveau.’ Leidse Courant: ‘Geen dynamisch spektakel ditmaal aan de Kagerstraat, maar Jos Nijhof is er wel in geslaagd zijn publiek naar huis te sturen met een helder geformuleerde vraag.’


1990 Biedermann en de brandstichters / Biedermann und die Brandstifter

Tekst: Max Frisch (1948). Bewerking: Jos Nijhof. Spel: Erik Basselier, Harm-Jan Bogaard, Brian Fernandes, Annemarie Geertsma, Robbert Hilgeman, Hester Jansen, Mandy Kleewein, Christine Kouwenhoven, Anne Marie van der Kwaak, Michel van Leenen, Maartje Schoorl, Bianca Stokman. Speeldata: woensdag 7, donderdag 8, vrijdag 9 en zaterdag 10 maart 1990. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden. Extra voorstelling op uitnodiging van Nationaal Scholieren Theater Festival: vrijdag 25 mei 1990. Locatie: Sterrenbosstudio’s Utrecht.

lltoneel90.jpg

Toen Max Frisch deze absurde parabel in 1948 schreef, waren de collaborateurs uit de oorlog nog niet vergeten. Robbert Hilgeman speelde met verve de burger die zijn vijanden niet kan verslaan en die dan maar met hen meedoet: if you can’t beat them, join them. Het koor van brandweerlieden moet lijdelijk toezien hoe hij zich laat inpakken. Was deze Biedermann in de school al een succes, ook landelijke erkenning bleef niet uit: de jury van het Nationaal Scholieren Theater Festival koos van zestig bezochte voorstellingen er zes uit voor een reprise in Utrecht. De Biedermann van het Visser ’t Hooft Lyceum was daarbij. Het optreden op vrijdag 25 mei 1990 in de Utrechtse Sterrenbosstudio’s was geen onverdeeld succes, maar wel een leerzame ervaring. Leidsch Dagblad: ‘De leerlingen van het Visser ’t Hooft hebben hun rol (…) geloofwaardig uitgewerkt en een goed evenwicht tussen beoogde ernst en humor gevonden.’ Leidse Courant: ‘Regisseur Nijhof heeft (…) nieuwe uitdagingen gezocht en gevonden. Hij heeft in het fraai vormgegeven stuk weer allerlei vondsten gevlochten, van kleine grapjes tot de sterke tafeldek-tango van Anna.’


1991 Doña Rosita of De taal van de bloemen / Doña Rosita o El lenguaje de las flores

Tekst: Federico Garcia Lorca (1935). Bewerking: Jos Nijhof. Spel: Christine Arentshorst, Marianne de Feiter, Annemarie Geertsma, Afke van der Horst, Remco van der Hulst, Mandy Kleewein, Christine Kouwenhoven, Anne Marie van der Kwaak, Debbie van der Meulen, Teun Plantinga, Ilse Reijs, Arno Roest, Robbert van Wijk. Speeldata: woensdag 20, donderdag 21, vrijdag 22 en zaterdag 23 februari. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiden.

lltoneel91.jpg

Iedere regisseur die het schooltoneel vaarwel zegt, zou men een voorstelling als Doña Rosita wensen. Na vijftien jaar vond Jos Nijhof het tijd de fakkel over te dragen. Doña Rosita is een stuk, nee een gedicht, over verloren illusies, over onbereikbare verlangens, over afscheid nemen. De titelrol werd weergaloos mooi gespeeld door Christine Kouwenhoven en samen met dertien andere spelers – onder wie Annemarie Geertsma als Tante en Anne Marie van der Kwaak als huishoudster – bezorgde zij de regisseur een fantastisch afscheidscadeau. Het Leidsch Dagblad liet het nou net deze laatste keer afweten, maar de Leidse Courant was één en al lof: ‘Kleine blikken, gebaren en reacties verraden dat de rollen van binnen komen en niet alleen van buiten zijn geleerd.’ – ‘Het decor van Rob Linstra met zijn jaloezieën en draperieën in grijs- en bruintinten is een van de mooiste die ik dit jaar heb gezien – ook in het professionele circuit dus.’ – ‘Als Jos Nijhof er inderdaad mee ophoudt, zou Doña Rosita een prachtig afscheid zijn. Visser ’t Hooft zal voorlopig niet meer zijn wat het was. Misschien kunnen andere Leidse toneelverenigingen hun slag slaan en hem contracteren voor een regie: Nijhof is vrij.’

Lerarentoneel

Niet alleen als regisseur van leerlingentoneel, maar ook als regisseur van een aantal voorstellingen met collega-docenten was Jos Nijhof actief. Zo regisseerde hij in 1984, bij het afscheid van rector Andries Middeldorp, een moderne bewerking van het Middeleeuwse Esbattement van den Appelboom. In 1997, 1999 en 2002 regisseerde hij een drietal door hemzelf bewerkte kerstproducties: de voorstellingen overdag werden gespeeld voor leerlingen; in de avond waren er opvoeringen voor familie en voor wie verder belangstelling had. Samenwerking met collega’s vond ook plaats op het gebied van andere podiumkunsten: cabaret en literaire voordrachten.

1979, 1982, 1994 Meesterwerk I, II en III

Bij het twaalfde lustrum van het Visser ’t Hooft Lyceum, vatten enkele leraren het plan op een cabaret te maken, met muzikale begeleiding van leerlingen. Onder de titel Meesterwerk ging deze productie op woensdag 12 september 1979 in première. De Leidse Courant was erbij en noemde de voorstelling ‘meesterlijk’ en constateerde ‘veel vaart en verve’. De aula zat tot drie keer toe bomvol en uiteraard smaakte het succes naar meer. In januari 1982 volgde dan ook spontaan en wederom tot genoegen van velen Meesterwerk II. Pas in 1994, bij het vijftiende lustrum van de school, volgde een derde, kleiner programma onder de vanzelfsprekende titel Meesterwerkje.

Jos Nijhof speelde in alle drie de voorstellingen mee, naast onder vele anderen Albert Labordus, met wie hij ook de regie voerde van de eerste twee producties. Voor de laatste productie werd de deskundige hulp ingeroepen van oud-leerling en theatermaker Willem le Mair. Voor Meesterwerkje schreef Jos Nijhof onder meer een lied waarin het leraarschap wordt toegejuicht als een ‘prachtige, hondse baan’ – zoals ooit de dichteres Ida Gerhardt schreef.

Ach meneertje met je mooie leven,
jouw kantoorbaan is me te steriel –
ik wil mijn werk voor ’t jouwe nimmer geven:
de leerling is materie met een ziel.

Laat me dus een dwaas zijn in jouw ogen
en een voetveeg van dat dwarse tuig,
maar van jou vraag ik geen mededogen:
dit is de baan waar ik nog steeds bij juich.


1984 Esbatement van den Appelboom

Op 15 en 16 januari 1984, ter gelegenheid van het afscheid van de toenmalige rector Andries Middeldorp, speelden zeven docenten van het Visser ’t Hooft Lyceum onder regie van Jos Nijhof het middeleeuwse Esbatement van den Appelboom. Met live-muziek van Nicolien Giling, Marianne Knot, Hein Krantz, Roely van Leeuwen en Margreet Roorda. ‘Esbatement’ is de naam die de Rederijkers gaven aan korte toneelstukken waarin allegorische figuren optreden: zij stellen bepaalde eigenschappen voor, niet zozeer mensen van vlees en bloed.

In het stuk beklagen de hoofdfiguren, het echtpaar Goet Ront en Deuchdlijk Betrouwen zich over hun ellende en hun alsmaar toenemende armoede. Hun onwankelbare geloof leidt er echter toe, dat God hen tegemoet komt door ervoor te zorgen dat hun appelboom winter en zomer vrucht zal dragen en dat elke passerende appeldief in de boom vast blijft zitten. Het minieme God-rolletje in het stuk werd gespeeld door de regisseur, in de gedaante van een gewiekste handelaar: onberispelijk in het pak en voorzien van een flinke sigaar.


1989 Bloed en Liefde

In 1989 bestond het Visser ’t Hooft Lyceum 70 jaar. Ter gelegenheid van die mijlpaal speelde op 13, 14 en 15 november van dat jaar ongeveer de helft van het lerarencorps mee in de komische draak Bloed en liefde van Godfried Bomans. Geschiedenisdocent Gerrit Groeneboer regisseerde dit massaspektakel vol absurde anachronismen waarvoor maar liefst drie avonden lang de Leidse Schouwburg werd afgehuurd. Alle drie de keren zat de zaal vol met leerlingen, ouders en andere geïnteresseerden. Er werd stevig uitgepakt, onder meer met grootse decors en schitterende kostuums en dito grime- en kapwerk van de Leidse firma Hoppezak.

De hoofdrollen werden gespeeld door Heleen Groenendijk (Jacoba van Beieren) en Jos Nijhof (Philips van Bourgondië). De Leidse Courant was aanwezig en noteerde onder de kop Dikke pret met 34 lijken onder meer: ‘Jacoba van Beieren (Heleen Groenendijk, gilletjes slakend en als een Walküre het toneel overkruisend) en de semi-onversaagde Philips van Bourgondië (Jos Nijhof, meestal zelf regisseur, nu ook de klos) waren als minnaars zeer aan elkaar gewaagd.’ Het Leidsch Dagblad kopte met Vermakelijk schooltoneel wat terughoudender, maar sloot af met dezelfde nadruk op het aantal lijken: ‘… menig scholier zal aan het eind van Bloed en liefde met genoegdoening het slagveld overzien, waarop zijn leraren en leraressen door het zwaard zijn omgekomen.’


2001 De Woordkunstenaars of de Gevluchte Muze

In 2001 vond een ingrijpende verbouwing plaats van het Visser ’t Hooft Lyceum in Leiderdorp. Dankzij onder andere een royale subsidie van het VSB Fonds kreeg de aula professionele theatervoorzieningen. Bij de opening van de nieuwbouw speelden de drie regisseurs van het leerlingentoneel – Jos Nijhof, Gerrit Groeneboer en Ruud Wessels – de door Henk Schaap geschreven en geregisseerde korte klucht De Woordkunstenaars of de gevluchte Muze, een bewerking van Pieter Langendijks Wiskunstenaars, de voorstelling waarmee 25 jaar eerder de toneeltraditie op de school was begonnen.

De tekst is kritisch ten opzichte van de onderwijsvernieuwingen in die periode – en alle commotie daaromtrent – en pleit bij monde van de Muze (‘alias Thalia, in aanvallig toilet gehuld’) voor meer waardering van de fysieke en emotionele ontwikkeling van leerlingen.

Cornelis Troost, Tafereel uit De Wiskunstenaars (1741)

Mij temmen?!
An me nooit niet, dwerguil, bezemsteel!
Wanstaltig wangedrocht, verkleed in doctorskleren.
Wie heeft er ooit zo’n ketterij gehoord!
Is een mens niet meer dan jouw ‘zelfstandig leren’?
En meer dan hersenen en studierendement alleen?
Hij is ook lichaam, hoor! En heeft emo

Kersttoneel

Met een groep enthousiaste leraren maakte Jos Nijhof drie keer een korte kerstvoorstelling. Naast de acteurs moeten vooral worden genoemd Jan de Graaff (decor, techniek, productie) en Margreet Roorda (rekwisieten, kostuums), die ook bij Al Dente hun sporen ruimschoots hebben verdiend. Omdat de werkkring van Nijhof inmiddels was verlegd naar de Leiderdorpse locatie van het Visser ’t Hooft Lyceum, vonden daar de repetities en de opvoeringen plaats. Het repetitieproces begon steeds onmiddellijk na de herfstvakantie, dus in de tweede helft van oktober. Vervolgens werd in een korte tijd met medewerking van velen een productie neergezet die in de laatste week voor de kerstvakantie herhaalde keren werd opgevoerd. Overdag kregen alle leerlingen kregen de voorstelling te zien. ’s Avonds waren er opvoeringen voor ouders, oud-leerlingen en andere betrokkenen bij de school.

1997 Zij hadden hun schaapjes geteld

Tekst: gebaseerd op The Towneley Second Sheperd’s Play (anoniem, 15e eeuw). Spel: John van der Blom, Wim Boender, Dick Brunt, Heleen Groenendijk, Erica Handofsky, Aart Voskuilen. Speeldata: donderdag 18 en vrijdag 19 december 1997. Locatie: technieklokaal Visser ’t Hooft Lyceum Leiderdorp.


1999 Amahl en de drie koningen

Tekst: gebaseerd op Amahl and the Night Visitors, opera van Gian Carlo Menotti. (1951). Spel: John van der Blom, Wim Boender, Geert Dijkstra, Heleen Groenendijk, Erica Handofsky, Coralie van Nes, Piet van Tol, Aart Voskuilen, Rik van Welie, Irene Wolterink. Speeldata: woensdag 22 en donderdag 23 december 1999. Locatie: technieklokaal Visser ’t Hooft Lyceum Leiderdorp.


2002 Waar de ster stil bleef staan

Tekst: gebaseerd op En waar de ster bleef stille staan… van Felix Timmermans (1925). Spel: John van der Blom, Wim Boender, Erica Handofsky, Peter-Frank Koster, Bianca Jonker, Coralie van Nes, Patrick Pijnenburg, Piet van Tol, Aart Voskuilen. Speeldata: woensdag 18 en donderdag 19 december 2002. Locatie: aula Visser ’t Hooft Lyceum Leiderdorp.

Een schooljaar vindt nimmer plaats zonder dat er een jubileum gevierd of afscheid genomen wordt. Bij dergelijke gelegenheden zijn er naast de officiële en niet zelden breedvoerige redenaars altijd leraren die het divertissement voor hun rekening willen nemen. Samen met zijn collega, vakgenoot en vriend Henk Schaap luisterde Jos Nijhof menige feestelijke middag of avond op met literair vermaak. Het uitgangspunt in hun voordrachten werd vrijwel altijd gevormd door een literaire klassieker, van de Middeleeuwse Elckerlyc tot meer recent werk als Het dwaallicht van Willem Elsschot.

De teksten werden gepasticheerd en omgesmeed tot een vorm van satire die het schoolleven in het algemeen en dat van de jubilaris in het bijzonder stevig op de hak nam. Uiteraard zonder ooit over de schreef te gaan… Zo kroop het duo, bepruikt en bepoederd, in de huid van de achttiende-eeuwse brievenschrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken, bekend van de Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart, onder meer om de volledig doorgeslagen zucht naar gegevensregistratie in het onderwijs op de hak te nemen, zoals blijkt uit het fragment hieronder.


La Vision Scolaire est merveilleux. Ik meen: die Schoolvisie draait geweldig, al zeg ik het zelf. En nu men de leerling daarmee feilloos kan volgen – laat ik zeggen van den brugklaswieg tot diens examengraf – acht ik het van minstens zo groot belang, dat hetzelve ook moge gaan gelden voor het op den voet volgen van het corpus docentium. Ja waratje, gij verstaat mij goed. Ik doel op een docentenvolgsysteem – innovativerend, verstaje wel. Bedenk welk een voordeel wij daarmede kunnen behalen. Wij volgen de docent tot de pensioendood hem of haar van ons scheidt. In énen oogopslag kunnen gij en uw burchtkornuiten via verborgen tabbladen zien hoe dat het er wel mede staat: met inleverantie van absentieformulieren, praterij op de gangen en vooral met de frequentie hunner toetsende acties, alsmede de frequentie der heengezondenen.


Bij latere voordrachten kozen Nijhof en Schaap een ander principe. Een aantal evergreens uit de Nederlandse poëzie werd voorgedragen in de oorspronkelijke versie en vervolgens als pastiche, met een verwijzing naar het dagelijkse schoolleven. Onder meer de bij de koffieautomaat opgevangen gesprekken vormden een bron van inspiratie. Het gedicht Zij-instroom, een pastische op de klassieker Innemee van Gerrit Achterberg, is daarvan een sprekend voorbeeld: de verzuurde reactie van een oudere eerstegraads docent bij de komst van (nog) onbevoegde zij-instromers…


INNEMEE

Ze worden hier begraven met een haast
alsof de dood hen op de hielen zit.
En wat een buitenman het meest verbaast
is dat de stoet bijna geen staart bezit;

natuurlijk weer een ver familielid
waarmee men even naar de groeve raast
om gauw terug te wezen van de rit,
want ieder blijft zichzelf het allernaast.

Bij ons luiden ze urenlang de klok.
Een kind beseft wat te gebeuren staat.
Men schaart zich achter ’t lijk in diepe stilte.

En lang daarna hangt in het dorp een kilte,
die iemand door de schouderbladen gaat;
als het herstellen van een zware schok.

Gerrit Achterberg (1905-1962)


ZIJ-INSTROOM

Ze worden hier maar onbevoegd geplaatst
alsof er in de stad geen Academie zit.
En wat een eerstegraads het meest verbaast
is dat zo’n sukkel geen niveau bezit;

natuurlijk weer zo’n oude kachelsmid
die hier wordt neergezet in allerhaast
om langzaam te genezen van z’n spit,
want vakkennis komt op de laatste plaats

O nee, als d.r.s. voel ik geen wrok.
Ik houd me in, ik ben een diplomaat
en hul mij hieromtrent in diepe stilte.

Maar in de school bevangt mij soms een kilte,
als ik alleen sta bij de koffieautomaat;
alsof men wenste dat juist ìk vertrok.